Ja, een stukkie over Twitter, Facebook, Linkedin en Pinterest. Want meer heb ik niet op mijn iPhone gezet. En zelfs deze houd ik al niet bij. Tenminste, niet altijd en zeker niet regelmatig. Dat is overigens niet waar ik het over wil hebben hoor, mijn zelfdiscipline. Nee, ik verbaas me over het feit dat wanneer ik wel een foto/stukkie tekst/afbeelding plaats, daar zelfs nog reacties op komen.
Vandaag kreeg ik (via Twitter) een antwoord van notoire Peter R. de Vries hater (ik mag ‘m ook niet hoor, die arrogante neuzelaar) Steve Brown (een echte “Happy Family” Man). Dat intrigeert mij dan mateloos. Hoe komt het dat hij mijn tweet (voor de digibeten: dat is een berichtje van maximaal 140 tekens op Twitter) heeft gelezen? En waarom neemt hij dan de moeite om mij te antwoorden. Is het omdat hij mij wil informeren over zijn zienswijze op de onfrisse handel en wandel van onze penoze? Ik geef toe dat dat mij wel boeit, maar hoe weet hij dat nou weer…. Ach, in ieder geval ben ik weer even op zijn blog geweest waar hij frank en vrolijk tekeer gaat tegen onrecht en de rare kronkels die er te zien zijn in de verbindingen tussen onder- en bovenwereld. Een aanrader voor iedereen die graag verbijsterd achter zijn scherm zit.
Maar dat niet alleen, ik gooide nog een tweet de deur uit, want als ik eenmaal begin dan ben ik ook direct een serie tweeter, met mijn zienswijze op ons uitgeprocedeerde asielzoekers beleid. Krijg ik een reactie van de directeur van Amnesty, Eduard Nazarski. Nou weet iedereen die mij kent dat ik bijzonder sceptisch sta ten opzichte van directeuren van liefdadigheid, dus hij stelt zich wel kwetsbaar op zal ik dan maar denken…. (maar dat mag dan ook wel voor een ton in euro’s).
Goed, meer to the point. Vaak gooi ik in het wilde weg berichten op of Facebook, of op Twitter. Maar ik merk wel dat ik me steeds meer bezig ga houden met wat voor een impact het berichtje op mijn volgers zal hebben. Tweet ik voor het effect? JA. Eerlijker kan ik er niet over zijn. Natuurlijk is de initiële aanleiding dat ik me geraakt voel door het onderwerp, maar vervolgens verpak ik het wel op een manier die naar mijn mening het hoogst mogelijke effect sorteert. Omdat ik toch wel een kick krijg van het feit dat anderen mijn mening belangrijk genoeg vinden om er (in het geval van Twitter) maximaal 140 tekens aan te spenderen om te antwoorden, of in ieder geval de moeite nemen om de “vind ik leuk” knop in te drukken (in het geval van Facebook).
Ik kom tot de volgende conclusie: Ik ben gewoon een politicus. Ik hunker naar erkenning van gelijkgestemden en verpak mijn boodschap zo dat het publiek er niet omheen kan om mij volledig gelijk te geven, of juist mij volledig te verafschuwen en in het rijtje van met pek en veren besmeurden te plaatsen en zodoende mij toch weer bevestigen in mijn gelijk (slechte publiciteit bestaat niet, alleen maar publiciteit).
Jammer dat mijn talent zo onbekend blijft, want het schijnt wel aardig te verdienen, politicus