Hak de blauwader kaas en de boter in blokjes. Dan beginnen met de boter in klontjes in het pannetje (voor de puristen natuurlijk een koperen sauspannetje) te laten smelten op een middelhoog vuur. Voeg de bloem toe door een zeefje en roer! de boter en de bloem samen tot een mooie egale massa. Dat roeren is belangrijk! je wilt geen bruine (zeker geen donkerbruine) massa. Het is gaar wanneer je de bloem niet meer proeft.
Voeg nu (slag)room toe – niet alles tegelijk! maar in scheuten – de roux moet mooi vloeibaar worden, maar nog wel dik blijven. Als je nu een mooie vloeibare pap hebt gecreëerd ben je goed bezig. Te dik? meer room.
Gooi de in stukken gesneden blauwader kaas in de mix en roer dit goed door tot de kaas is gesmolten. Theelepeltje worcestersaus, de mosterdpoeder en het snufje nootmuskaat erbij, de geraspte kaas erin en … ROEREN.