En daar lig ik dan, zondagavond uitgepierd op de bank. Hond aan mijn voeten (lekker warm). Vrouw en kinderen naar hun warme bedje, nog maar één lamp die brand. 

Maar er is een verschil, een onrust die me bekruipt. Of het nu de periode van het jaar is, of de toevallig voorbij komende muziek op de iPad. Maar iets doet me realiseren dat het niet meer is zoals het eens was. Dat ik juist om deze tijd langzaam de krakende trap van mijn kamer in Amsterdam afzakte om me te begeven in het hoofdstedelijke uitgaansleven. Of nog verder terug, mijn fiets pakte om me naar de roemruchte Draaidoos met die doorgesnoven eigenaar te begeven. Those where the days. En verdomd, ook ik dacht dat er nooit een einde aan zou komen. Maar toch, er is veel veranderd. Ten goede. Een prachtige vrouw, 2 superkids (zie eerdere schrijfsels), een leven van huisje, boompje, beestje. Geluk in volle, overlopende emmers. Niet meer ladder aangeschoten terugfietsen uit de kroeg. Geen wilde meiden die onbereikbaar waren meer najagen voor de sport en de geiligheid. 

Ach, ook ik wordt ouder. Veel ouder zelfs dan dat ik in die tijd was. En elke leeftijd heeft zo z’n charme. Maar soms, dan heb ik een onbedwingbare behoefte. De behoefte om nog even terug te duiken in de tijden van weleer. En dan pak ik de koptelefoon (Sennheiser, want we blijven gaan voor het beste) en gaat het los. Van Elvis, naar Tina, naar Jerry Reed, naar de Stones en mijn favoriet…. 

Ik zou zeggen, geniet mee. (Maar bedenk, resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst)